In 2009 werd ik verliefd op de Tolhuistuin. Deze creatieve plek in Amsterdam-Noord had één van zijn eerste zomerfestivals en via een heerlijk kronkelpaadje omgeven door fakkels kwam ik in een sprookjesachtig park terecht. Daar ontdekte ik wat Amsterdam-Noord kon zijn: een eigenwijze tegenhanger van het meer commerciële Amsterdam dat ik kende met genoeg aantrekkingskracht om een geheel nieuwe doelgroep te trekken. Een noord dat “I’ve learned to know and love”.
Geen andere plek die ik ken, draagt zo duidelijk uit wat creativiteit voor een gebied kan betekenen als de omgeving rond de Tolhuistuin. Na diverse soorten investeringen gedurende zo’n 10 jaar begint dit gebied datgene te worden wat oud-stadsdeelvoorzitter Rob Post voor ogen moet hebben gehad: een nieuw en inherent creatief Amsterdam. Een Amsterdam dat veel gaat betekenen voor de rest van de stad en voor de rest van Amsterdam-Noord.
De meest duidelijke kentering in het imago van het ‘achtergestelde’ Noord was de verrassende komst van het EYE Filmmuseum. Een prachtig modern gebouw ontworpen door het Weense architectenbureau Delugan Meissl. De verwachting van 500.000 bezoekers per jaar is in het eerste jaar ruim overtroffen met 800.000 bezoekers. De hernieuwde aantrekkingskracht van Amsterdam-Noord werd onderstreept en verder aangeslingerd.
De ware basis van deze aantrekkingskracht lag echter al veel eerder. Het EYE had grond nodig om op te kunnen bouwen en dit pad werd onder andere geplaveid door alle tijdelijke interventies van de Tolhuistuin en zijn creatieven er om heen. Door de TeC ambities van het A-Lab, de kunstenaars in de Van der Pekbuurt en alle andere succesvolle pioniers in Noord zoals de Noorderparkkamer, het NDSM terrein, het voormalige Storkterrein en de ondernemers hier omheen die hun dromen aan het verwezenlijken zijn. Het EYE kwam terecht in een warm bad waar het zijn wildste dromen kon waarmaken. Het geheel aan bijzondere programmering en plekjes werd opgepikt door de internationale pers waaronder de New York Times en de BBC.
Nu staan we aan het begin van weer een nieuwe en zeer spannende fase: de ontwikkelingen zetten zich in sneltreinvaart door. A’DAM komt eraan in de overhoekstoren met een 360 graden ronddraaiend observatiedeck, restaurants, nachtclub, kantoren en hotel. Das Arts is geland met onderdelen van de opleiding theater en dans van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten in het Grootlab. Links achter de Tolhuistuin komt een groot hotel en congrescentrum van 50.000 m2. Zoals Hans Gerson (oud directeur Projectbureau Noordwaarts) het verwoord: “Het grote geweld komt eraan”.
Is het erg dat grote commerciële partijen naar Noord komen? Nee integendeel. Eindelijk gaat gebeuren wat al jaren de bedoeling is en wat een enorme boost zal betekenen voor het stadsdeel. Het grote geweld kan uiteindelijk wel tot een meer commercieel en eenzijdig aanbod leiden. En dit vraagt om een belangrijke bewustwording. Amsterdam-Noord ademt en leeft op dit moment door de creatieve geesten die hier werken en wonen en de creatieven die dit als gevolg aantrekt. Zij zorgen dat oude en nieuwe bewoners betrokken blijven bij de ontwikkelingen in het stadsdeel en zij hebben ruimte nodig om nieuwe ideeën op te doen en connecties te kunnen leggen.
Is het erg als de creatieve pioniers verdwijnen? Dat hangt er natuurlijk vanaf aan wie je het vraagt maar ik zeg ja. Zij zijn de ziel van het nieuwe Amsterdam-Noord. Zij zorgen dat er leefbare plekken blijven die dicht op de bewoners en ondernemers van Noord zitten. Zij zijn de schakel tussen oud en nieuw, tussen commercieel en kleinschalig en zij zorgen dat Amsterdam-Noord zich zal blijven vernieuwen en dus nieuw publiek kan blijven trekken.
Ik vraag alle ondernemers, ambtenaren, woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars: onderneem, vernieuw én koester de diversiteit van dit stadsdeel en de pioniers die de vernieuwing mogelijk maken. Zij verzekeren dat Amsterdam-Noord blijvend aantrekkelijk is.
Blog: Donica Buisman