Om deze onderwerpen verder uit te diepen wil State of Flux elk half jaar samenwerken met een student die onderzoek wil doen binnen (één van) deze onderwerpen. Wil jij gebruikers interviewen over hun ideale publieke ruimte en hun rol in het realiseren hiervan? Ben je net als ons nieuwsgierig hoe je bijvoorbeeld tijdelijk groen kan toepassen op een stenen plein? Wil je meer weten over inclusieve methodieken voor planontwikkeling? Of heb je een eigen idee waar je mee aan de slag wilt gaan? Stuur ons je idee voor onderzoek met CV en motivatie. Het soort opleiding dat je volgt vinden wij daarbij minder belangrijk dan ambitie en passie. Hopelijk tot snel!
State of Flux is een pionierende organisatie die pleinen, parken en straten transformeert tot dynamische plekken. Ons doel is het creëren van publieke ruimten waar verschillende mensen en ideeën elkaar als vanzelfsprekend kunnen ontmoeten. Onze missie is een motor te zijn voor inclusieve en inspirerende steden.
]]>The City Makers Summit pooled the knowledge from City Makers all over Europe and demonstrated innovative ways of creating more livable, thriving, resilient and inclusive cities. City Expeditions all over the Netherlands have showcased emerging initiatives focusing on urban farming, social design, the redevelopment of industrial heritage, co-housing, the makers movement, social entrepreneurship, inclusion of refugees, collaborative area development, community enterprises, the circular economy, and so on. Best practices and models of collaboration with multiple stakeholders were be explored and fed into the City Makers Agenda.
State of Flux received some 25 professionals from all over the world to hear about our method of involving a diverse group of stakeholders in revitalizing public space. We showed the Buikslotermeerplein where we’re currently implementing this method and discussed the development of a toolkit to help other citymakers involve their stakeholders in programming public space.
What: City Makers Summit We Learn/ Route Noord
Date: 29th of May, 11-12 am
Location: De Modestraat, Buikslotermeerplein 15-17, Amsterdam
Read here more about how the European City Makers Movement is being continued.
]]>
In de paper vertellen we over onze focus bij stedelijke ontwikkeling: de publieke ruimte. Publieke ruimten zijn cruciaal voor succesvolle gebieden en daarmee voor succesvolle steden. En –misschien nog wel belangrijker- het creëert de mogelijkheid om een grote diversiteit aan partners in de gebiedsontwikkeling te betrekken. Het is namelijk de plek waar ieders belang vanzelfsprekend samenkomt met een sterker gevoel van gedeeld eigenaarschap als gevolg.
Met een ‘Coalition of the Willing’ van bewoners, ondernemers, maatschappelijke partijen en overheden werken we in co-creatie aan het gebied. Het resultaat is een gedragen opdrachtgeverschap van verschillende partners, een programmastrategie op de korte termijn en een profielschets voor de langere termijn.
Wij stellen dat voor het aangaan van een breed partnerschap een verbreding van het planologische begrip ‘programma’ nodig is. Gezamenlijke gebiedsontwikkeling vraagt namelijk om een gezamenlijke multidisciplinaire ‘programmering': de horeca- ondernemer pakt zijn terras aan, de bewoner helpt met het groen, de creatieven zetten een festival op, de gemeente pakt de routing aan. Ook vertellen we meer over waarom vaker gestart moet worden met werken vanuit de korte in plaats van de lange termijn.
In de paper gaan we kort in op ‘lessons learned’ uit het toepassen van de methodiek in de praktijk met projecten in Amsterdam (Overhoeks, Buikslotermeerplein en de Tolhuistuin) en Utrecht (Culturele Zondag De Stad de Toekomst). Daarnaast geven we een doorkijk naar de toekomst. Zo werken we aan een toolbox -de Fluxkit- waarmee belanghebbende zelf, in co-creatie hun gebied kunnen (her)programmeren of (her)profileren.
Lees de volledige paper Een nieuwe blik en we horen graag jouw input!
]]>
Vijftien jaar plannen bedenken, vijftien jaar stilstand. Je ziet het er aan af. Het Buikslotermeerplein is niet meer wat het was. Het is vergane glorie en verloederde ruimte. En toch. Op een gegeven moment ben ik, ik durf het haast niet te zeggen, een beetje verliefd geworden op die plek. Op de mensen die er voor blijven vechten: de winkeliersvereniging die zich met hart en ziel inzet voor een gezellig winkelcentrum, creatieve ondernemers als De Modestraat die zich hebben gevestigd in het oude Wokrestaurant waar niemand iets van begreep en de vaste klanten die hun week beginnen bij hun favoriete marktkooplui. Verliefd werd ik vooral op die enorme openbare ruimte waar kansen en mogelijkheden voor het oprapen lijken te liggen.
Een kleine twee jaar geleden was ik klaar met zeuren over het Buikslotermeerplein. Het werd tijd voor actie. Ik ging op zoek naar partijen die met me mee wilden denken: bewoners, ondernemers en uiteraard de gemeente. Het resultaat is ‘Grote Plein’ en we zijn er trots op. Vijfentwintig verschillende partijen met 37 mensen zijn nu actief betrokken bij ‘Grote Plein’. Abier organiseert de ‘Culturele Markt’, Samantha haalt voor ‘Schatkaart’ de favoriete plekjes van bewoners op, Brian werkt aan een mooier viaduct en Ruud van de markt helpt keihard mee om dit project tot een succes te maken.
Samen gaan we de komende jaren werken aan een leuker Buikslotermeerplein. Niet wachten op de structurele plannen, maar nu aan de slag is ons motto. We hopen dat nog veel meer mensen zich bij ons aansluiten. Samen klussen aan het mooier maken van het voetgangersgebied op het parkeerveld bijvoorbeeld: tegels eruit, plantjes erin en verven. Of vertel ons je idee voor een activiteit. Het koor Double Dutch uit Noord heeft zich al aangemeld, studenten van het ROC willen onder het viaduct werk laten zien geïnspireerd op Banksy en Manuel gaat timmeren en bouwen met de kinderen.
En dan maar hopen dat de structurele plannen over een aantal jaren eindelijk uitgevoerd gaan worden. Dat we een winkelcentrum krijgen waar diversiteit aan winkels, ondernemers en klanten de boventoon voert. Dat gegrond is in Amsterdam-Noord en tegelijkertijd een groot publiek van buiten trekt. Een Noords winkelcentrum waar bewoners hun feesten kunnen vieren en publiek van buiten een mooi dagje uit kan beleven.
In de tussentijd? Vier de zomer met ons en werk en denk mee aan een mooier en fijner plein. Op 28 mei starten we met het eerste seizoensprogramma: ‘Zomer van ’t Grote Plein’. Dirk van Gallow Street komt spelen, Marcia organiseert een speurtocht voor kinderen, Jumping Fun brengt zijn springkussen, Mick van Il Pecorino levert heerlijke verse koffie, Patricia Sandaal van het Sociaal Restaurant zorgt voor mierzoete suikerspinnen en de markt heeft Ramin Kokkie weer uitgenodigd om voor lekkere hapjes te zorgen. Potverdikkie: ik krijg er zin in. Hoop tot dan!
PS: heb jij nog een mooie anekdote over het Buikslotermeerplein. Iets wat je daar hebt beleefd, iemand die je hebt ontmoet of een winkel waar je altijd graag kwam? Laat het ons weten. We delen graag jouw verhaal. (mail naar [email protected] o.v.v. Mijn Buikslotermeerplein)
Donica Buisman, initiatiefnemer Grote Plein
Opening grote Plein: 28 mei 10-16 uur/ grand opening 13 uur/ op de markt
Zomer van ‘t Grote Plein: 28 mei t/m 16 juli
Elke woensdag kinderactiviteiten en samen klussen en elke zaterdag programma
www.groteplein.nl/ www.facebook.com/groteplein
[foto: Hans van der Vliet]
]]>Vol trots hebben we ervaren dat de manier waarop je mensen betrekt hét verschil maakt. We zagen co-creatie trajecten vol energie met een continue stroom van nieuwe ideeën en een groot enthousiasme om aan de slag te gaan. Gezamenlijk opdrachtgeverschap, één-op-één gesprekken en vooral bijzondere co-creatiediners bleken de sleutel.
Co-creatie
Ik ben sinds 2006 bezig met co-creatie. Ik besefte me dat goede ideeën vanuit verschillende invalshoeken komen en dat uitvoering draagvlak vereist. In de afgelopen tien jaar heb ik verschillende vormen toegepast. Tijdens het programmeren van de Culturele Zondag De Stad De Toekomst in Utrecht en de samenwerking met Jaap Modder voor Overhoeks, zag ik het licht. Om met een gebied aan de slag te gaan, moet je een groep van maximaal twintig mensen om je heen verzamelen. Een groep waarvan iedereen een eigen belang heeft en die zich wil inzetten om die plek beter te maken. Intrinsieke motivatie is de basis, samenwerking de katalysator, de ideeën vormen het hart. Tijdens diners gaan mensen in gesprek over identiteit, programma en ‘wie doet wat’. Het is dé manier om de beste ideeën te krijgen en ware betrokkenheid te genereren.
Publieke ruimte
State of Flux ging in 2012 van start vanuit de overtuiging dat programmering en stadsontwikkeling een sterkere coalitie moesten aangaan. De ervaring leerde dat alleen een mooi ontwerp niet voldoende was. Sterker nog: deze kan zelfs een demotiverend effect hebben op het gebruik. In de afgelopen jaren ben ik, samen met mijn team, op zoek gegaan naar de kern van deze overtuiging en naar een manier van werken die leidt tot gezamenlijk draagvlak en gezamenlijke uitvoer. De kern bleek te liggen in de publieke ruimte: de plek waar al die belangen als vanzelfsprekend samenkomen, met als gevolg vanzelfsprekend mede-eigenaarschap.
Programmering
Een zo laag mogelijk abstractieniveau is cruciaal: het geeft de mogelijkheid om echt samen aan de slag te gaan. Geen planvorming voor over tien jaar en niet alleen het structurele ontwerp maar ook kleine interventies. Oftewel ‘wat kunnen we morgen, zelf doen?’. Iedereen kan een bijdrage leveren aan programmering die de huidige verblijfsplek verbetert en meer reuring creërt. De horeca-ondernemer pakt zijn terras aan, de bewoner helpt mee met het planten van plantjes, de creatief zet een festival op, de gemeente pakt de routing aan. Zo werk je allemaal op strategische wijze samen om een plek beter te maken. Je kan er natuurlijk ook voor kiezen je op één discipline te focussen, zoals we met de culturele programmastrategie voor Overschie in Rotterdam hebben gedaan.
Waardecreatie
Wij zien alleen maar win-win situaties ontstaan vanuit prachtige processen. Noem het werken in de tussentijd, tijdelijkheid of met flexibel programma: met een aanpak op de korte termijn kan je snel aan de slag én doe je kennis op voor het verbeteren van het gebied op de lange termijn. Op het Buikslotermeerplein zijn we nu druk bezig met de uitvoer van de programmastrategie. Vanaf voorjaar 2016 laten we daar zien wat mensen die samenwerken, zelf teweeg kunnen brengen.
Wil je meer weten? Neem contact met me op via [email protected].
[foto’s: Hans van der Vliet, ArjenJan Stada en Hanne Nijhuis]
Donica Buisman, oprichter van State of Flux, is bezig met een drieluik over het programmeren van publieke ruimten: een boek, een toolkit en de praktijk –het Buikslotermeerplein in Amsterdam-Noord. In ‘Notes to Self’ vertelt ze over haar ervaringen en de kennis die ze opdoet. Het doel: delen en leren.
Volg Donica via Twitter, Facebook of geef je op voor de nieuwsbrief van State of Flux.
]]>Programmastrategie
Hiervoor klopte ik aan bij Donica Buisman. Zij is een pionier in de coöperatieve gebiedsontwikkeling, 21ste eeuwse patrones van kunst en cultuur in de publieke ruimte, betrokken bewoner van Amsterdam Noord en niet onbelangrijk: moeder. Donica gaf me de kans om vier maanden lang mee te draaien met twee lopende projecten: het Buikslotermeerpleingebied omtoveren tot huiskamer van Noord én de cultureel-versnipperde wijk Overschie weer aan elkaar lijmen.
Hoe dan? Met een programmastrategie. Donica laat zien dat een geslaagde publieke ruimte niet ontworpen hoeft te worden door een autonoom visionair die vanaf zijn schetsblok een intelligente compositie maakt van steen en plant. De publieke ruimte kan evengoed door zijn gebruikers worden ontworpen. Verruil de stenen voor kunst, cultuur, bankjes, evenementen en flexibele groenvoorziening en we kunnen morgen al aan de slag.
Sociale en economische meerwaarde
Dit is niet geheel nieuw. Steeds meer stedelingen interveniëren in hun eigen buurt. Een fenomeen beter bekend onder namen als gebiedsontwikkeling van onderaf (bottom-up) en Tactical of Guerilla urbanism. Donica is met haar onderneming “State of Flux” een inspirerende speler in dit veld. Zij heeft een verfrissende en oprechte liefde voor de gebruikers van de publieke ruimte. Waarde-creatie hoeft niet altijd uitgedrukt te worden in economische (investerings)kansen voor het gebied, maar kan ook een meer sociale betekenis hebben. Donica heeft het lef om een idealist te zijn in de wereld van de door winst-gedreven gebiedsontwikkelaars. Ze wil ruimtes maken waar zoveel mogelijk mensen zich thuis kunnen voelen en ontmoetingen als vanzelf ontstaan. Niet omwille van een toename in de omzet van de omliggende winkels of ten behoeve van een stijging van de vastgoedwaarde. Nee, uit liefde voor de stedeling en de stad. En als kritiek op structurele plannen die niet van de grond komen en potentieel hoogwaardige verblijfsruimtes tot stilstand brengen. Donica gelooft dat publieke ruimtes ontworpen voor en door mensen, automatisch zorgen voor economische waardestijging. Ook in de tijdelijkheid.
Co-creatie
De publieke ruimte is een van de weinige plekken in de stad die een thuis biedt aan alle lagen van de bevolking. Dat moet je stimuleren – het liefst vanuit al die diverse gebruikers zelf. De standaard stedenbouwkundige GIS-kaarten en BSR-modellen plaatsen mensen in alle mogelijke hokjes en roepen “dit is wat de burgers en klanten écht willen”. Donica daarentegen voert kwalitatieve gesprekken. Met een zo divers mogelijke groep van maximaal twintig representatieve gebruikers en bewoners wordt voorafgaande aan het proces precies in kaart gebracht met welke intenties ze erin stappen. Een cruciale stap voor een co-creatie proces. Wil je namelijk daadwerkelijk tot uitvoer komen dan moet je de drijfveren kennen. Waar liggen potentiële samenwerkingen? Wie zit enkel aan tafel voor zijn eigen belang? Het co-creatie proces dat daarop volgt is ook écht co-creëren. Donica slaagt erin dat te doen waar veel ijdele ontwerpbureaus – hoe hard ze het ook van de daken schreeuwen- niet toe in staat zijn; eigen belang en visie op de achtergrond zetten.
Met veel bewondering ben ik getuige geweest van een ontwikkelproces dat zo goed als volledig bij de gebruikers is neergelegd. Eigen ideeën werden ingeruild voor een tactiek om ideeën op te halen. Voor structuur werd tijdens de eerste bijeenkomst (in diner vorm, hou het informeel!) met elkaar een visie geformuleerd; de kaders voor de programmastrategie. Donica zette de lijnen uit, de groep vulde ze in. Kortom wil je co-creëren zorg voor een breed gedragen visie, wek vertrouwen met persoonlijke voorgesprekken en blijf continu luisteren naar de stem van de groep. Neem het roer niet over, maar wees het kompas! En vooruit: de wind. Energie en vooruitgang zijn cruciaal.
Aanvullende kwaliteiten
Daarnaast moet niet uit het oog worden verloren dat het programma-toneel de stedelijke ruimte betreft. Hoe gaat een voormalig beleidsadviseur kunst en cultuur de connectie aan met de stedenbouwkundige kant van het verhaal? Wederom door haar ego aan te kant te schuiven en ook haar minder sterke kwaliteiten als kracht in te zetten. Stedenbouwkundig ontwerpers, -onderzoekers en architecten helpen State of Flux bij het bewaken van de identiteit van het gebied en adviseren wanneer nodig. Maar om eerlijk te zijn doen de diners in het gebied, met de mensen uit het gebied voor de (nieuwe) mensen in het gebied de rest. Zij zijn de kaart waar je op voort moet bouwen.
Dankjewel Donica dat jij ons allemaal laat thuisvoelen in een ruimte zonder muren.
Dit is het verslag van Sophie-Fleur Jongebloed over haar periode als assistent bij State of Flux van september t/m december 2015. Sophie-Fleur is haar master architectuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam aan het afronden.
]]>Waarom ageer ik soms tegen bepaalde stedenbouwkundige of herontwikkelingsplannen? Omdat ze zo los kunnen staan van die specifieke plek. Soms zijn het formules, soms ‘one-size-fits-all’ ideeën en heel soms een uniek idee dat echter ook net zo makkelijk op een andere plek neergezet had kan worden. Is dat fout? Nee, het kan heel goed werken. Vaak vooral als een gebied zelf nog niet zoveel karakter of identiteit heeft, of op een grensvlak ligt. Ik noem het Eye Filmmuseum. Een iconisch project dat in Amsterdam-Noord wel een heel bijzondere aantrekkingskracht heeft zo aan het IJ, maar vast ook voor een boost van Zuid-Oost had kunnen zorgen. Of kijk naar een Markthal in Rotterdam dat een enorm aanzuigende werking heeft, maar ook als het in Utrecht had gestaan.
Maar laten we nu eens stil staan bij De Hallen in Amsterdam-West. Een succes. Zeker qua aantrekkingskracht en qua hergebruik van een locatie. Het geeft het gebied een nieuw cachet. En toch. Eigenlijk past het daar helemaal niet. Het is enorm bepalend voor het karakter van dat gebied omdat het er midden in staat, maar lijkt totaal niet aan te sluiten op een groot deel van de gebruikers die al jaren in dat gebied zitten. Het is te duur, te elitair en te blank. Kom ik er? Jazeker, maar wel met een zekere weemoed. Want waar is de aansluiting bij de wijk? Ik zie hem niet. En daarmee gooi je unieke kwaliteiten, die ook vanuit dat gebied tot bloei hadden kunnen komen, weg.
Ook bij de planvorming van het oude winkelcentrum op het Buikslotermeerplein houd ik mijn hart vast. Wordt het een plan dat daar echt thuishoort, dat zijn tentakels uitspreidt in dat gebied, dat daar echt gaat landen? Of krijgen we een ‘ship from outer space’ dat vast (ik ben een positief mens) ontzettend veel kan betekenen voor de wijk en Amsterdam-Noord, in geld omgerekend. Maar dat niet aansluit op zijn huidige identiteit. Daarmee het kind met het badwater weggooiend. Juist dat kind, kan tot een unieke plek leiden. Een winkelcentrum dat zijn weerga niet kent, waar mensen zich werkelijk thuisvoelen. Wij hopen dat de kennis die we opdoen tijdens de programmastrategie voor het Buikslotermeerplein dan ook structureel van waarde kan zijn. Dat de gebruikers zelf de basis gaan vormen om die unieke plek te creëren die nergens anders had kunnen ontstaan.
[foto homepage via Retaildenkers]
Donica Buisman, oprichter van State of Flux, is bezig met een drieluik over het programmeren van publieke ruimten: een boek, een toolkit en de praktijk –het Buikslotermeerplein in Amsterdam-Noord. In ‘Notes to Self’ probeert ze ongeveer 1x in de twee weken te vertellen over haar ervaringen en de kennis die ze opdoet. Maximaal 1 A4, 1 uur werk en 600 woorden. Just getting it out there. Het doel: delen en leren.
Volg Donica via Twitter, Facebook of geef je op voor de nieuwsbrief van State of Flux.
]]>
Het Over het IJ Festival 2015 is anders dan anders. Natuurlijk kan je er heerlijk theater op locatie gaan bekijken, maar we willen meer zijn. Meer laten zien, meer verbinden dan slechts bezoekers aan makers. We zijn op zoek naar verbinding met de stad, met de samenleving. Het heeft alles te maken met relevantie enerzijds en betrokkenheid anderzijds.
Hoe zorg je voor ware impact, hoe betrek je de bezoeker bij het festival? Het antwoord op beide vragen is hetzelfde: werk vanuit het lokale, vanuit wat mensen bezig houdt en (in dit geval) vanuit de NDSM-werf. Praat er niet over, maar maak het mee: ervaar wat een plek werkelijk is. Daarom gaan we met de architectonisch theatrale installatie Sketch de wijken in om op te halen wat bewoners zelf willen met hun stad, daarom vragen we theatermakers om zes maanden Amsterdam-Noord in te gaan. Geheel vrij. Ervaar zelf maar wat je meemaakt en wat je daarover wilt vertellen of aan kan bijdragen. Daarom maken onze zeecontainermakers een voorstelling over De Stad van Morgen. Daarom is er niet één festivalhart, maar drie om zo de NDSM-werf werkelijk te ervaren en er als festival symbiotisch onderdeel van te zijn.
Gaat er weleens iets fout in dit experiment? Jazeker. Gelukkig maar. Wat is een zoektocht zonder fouten? Als festival leren we ervan en met ons hopelijk bewoners, buurten en bezoekers ook. Het doel is de ontdekkingstocht, het avontuur aangaan. Zo leren we niet alleen iets over onze omgeving maar vooral (en belangrijker misschien nog wel) over onszelf. Want wij zijn het hart van de stad, het hart van de samenleving en het hart van het Over het IJ Festival. Wij als bezoekers, makers, kunstenaars, bewoners en ondernemers. Wij moeten onszelf ‘pushen’ om elke dag opnieuw het onderzoek aan te willen gaan. Om werkelijk betekenis te geven. Niet alleen aan onze eigen kleine wereld, maar vooral aan die van anderen. Zo maken we zelf onze stad en onze samenleving. Samen.
Donica Buisman
Projectleider Stad van Morgen
]]>29 mei 2015
Voor het boek dat ik aan het schrijven ben, ben ik me weer aan het verdiepen in een onderwerp waar ik me al jaren mee bezig houdt en waar ik me de laatste jaren nauwelijks over durf uit te spreken: diversiteit. Ik ben een fervent voorstander van het belang van diversiteit voor interessante steden en plekken. Is het niet vreemd dat wij, in steden waar 40% van de bewoners tot een etnische minderheid behoort, zo weinig werkelijk contact hebben met de “ander”. En dat terwijl juist dat “andere” die steden zo interessant maakt. Zoals Kenny Cupers en Markus Miessen het in ‘Spaces of Uncertainty’ verwoorden: “Is it not the confrontation with the unexpected which makes the city such an exciting place?”. Ja, volgens mij wel.
Dat onverwachte is wat ik vaak mis in Amsterdam. In Rotterdam was het logisch dat ik continu geconfronteerd werd met het andere. Ik werkte op de West-Kruiskade bij Nighttown: dé multiculturele straat van de stad waar Chinees, Antilliaans, Marokkaans, Javaans en autochtoon dwars door elkaar liep. Met opstootjes soms, dat klopt. Maar ook met een diversiteit aan culturen en invloeden die je wekenlang tot nieuwe ideeën kon brengen. Ik weet dan ook nog goed toen ik een keer op de pont in Amsterdam was en me afvroeg: “wat is er mis met dit plaatje”. Voor Amsterdamse begrippen niets, maar voor mij gaf de volledig blanke omgeving me een gevoel van misverstand. Hier klopt iets niet. En terecht, vind ik nog steeds.
Onze steden worden grotendeels vormgegeven door een blanke meerderheid. Dat kan je normaal vinden, aangezien onze samenleving blijkbaar nog steeds zo in elkaar zit dat een bepaald soort mens op bepaalde posities zit en dat die nu eenmaal overwegend blank zijn. Maar ik vraag me af of dat is wat we moeten willen. Niet eens zozeer vanuit een links gedachtegoed dat we allemaal gelijk zijn en dus allemaal gelijkwaardige invloed moeten hebben. Maar nog eerder vanuit een plek van optimalisering van je potentie. Optimalisering van je mogelijkheid als stad of plek om innovatief te zijn.
Simon Anholt, oprichter van de ambitieuze globale Good Country, vertelt het prachtig. Hij had nooit problemen om op creatieve ideeën te komen. Waarom? Bij hem werkten 45 werknemers uit 39 verschillende landen. Alles wat hij nodig had om tot goede ideeën te komen was koffie om mee te beginnen en na een half uur waren er “more ideas than you knew what to do with”. En alleen maar omdat ze verschillende culturen vermengden.
Zo simpel kan het zijn. En zo simpel zouden we ook naar onze publieke ruimten moeten kijken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat zoveel mogelijk verschillende mensen elkaar hier kunnen ‘ontmoeten’ en ideeën van elkaar kunnen opdoen? Het is volgens mij de motor voor continue innovatie en daarmee de motor voor onze steden om op wereldniveau te kunnen blijven meedingen.
Donica Buisman, oprichter van State of Flux, is bezig met een drieluik over het programmeren van publieke ruimten: een boek, een toolkit en de praktijk –het Buikslotermeerplein in Amsterdam-Noord. In ‘Notes to Self’ vertelt ze ongeveer 1x in de twee weken over haar ervaringen en de kennis die ze opdoet. Maximaal 1 A4, 1 uur werk en 600 woorden. Just getting it out there. Het doel: delen en leren.
Volg Donica via Twitter, Facebook of geef je op voor de nieuwsbrief van State of Flux.
]]>15 april 2015/ 27 mei 2015
Er is een discussie gaan de over de toekomst van het nieuwe stadmaken in Nederland. Hoe ziet die eruit? Zullen nieuwe stadmakers over tien jaar een vaste rol hebben in gebiedsontwikkeling? Waar sommigen zich zorgen maken dat het met het einde van crisis ook het grote geld weer de hoofdrol gaat spelen -zie bijvoorbeeld de ontwikkelingen rond het Overhoeksgebied in Amsterdam-Noord- zijn anderen overtuigd dat het niet gaat om het één of het ander: wat je ziet is een steeds grotere diversiteit aan vormen van gebiedsontwikkeling. Wanneer je als stad maatwerk wilt leveren, is het hard nodig dat je meer mogelijkheden voor handen hebt om dat op te pakken.
Wat ik zie, is dat veel traditionele gebiedsontwikkelaars -het worden er steeds minder maar toch- sceptisch zijn over al die nieuwe partijen die zich tegen ‘hun’ gebied aan bemoeien. Het is vooral “leuke-dingen-doen” waar natuurlijk niemand tegen is, maar werkelijke verandering brengt het volgens hen niet teweeg. Ook op het Buikslotermeerplein, waar ik bezig ben om samen met de belanghebbenden een ‘programma-strategie’ voor de tussentijd neer te leggen, vragen sommigen zich af wat je nu werkelijk kan toevoegen vanuit programmering.
Ik zie bij elke nieuwe stadmaker dat programmering een belangrijk -zo niet cruciaal- onderdeel is van hun methodiek. Het activeert mensen en brengt ze bij elkaar, zorgt voor verbetering van de verblijfsplek op korte termijn en zet het gebied op de kaart. Kijk naar Glamourmanifest met haar ‘conversation starters’ zoals bloembollen planten en champagneborrels, naar MeerMerwede met events als Merwede Leeft! en Merwede Maakt!, naar Freehouse en de Afrikaandermarkt, naar de mobiele tuinen op het Westplein in Utrecht of naar de Noorderparkkamer en haar Noorderparkbar. Het nieuwe stadmaken begint blijkbaar met het inzetten van flexibel programma op het gebied van kunst en cultuur, vormgeving en groen.
[Merwede Maakt! foto Hanne Nijhuis Culturele Zondagen]
Is dat slechts “leuke-dingen-doen”? Nee. Tijdelijke en inclusieve acties vormen de basis van toekomstig gebruik. Het is de pijler voor activatie van gebruikers, het fundament voor experiment en daarmee de grond voor kennis die meegenomen kan worden in meer structurele planvorming. Cherry on the cake: je kan op korte termijn een gebied op een hoger plan trekken.
Strategisch programmeren moet gezien gaan worden voor de waarde die het vertegenwoordigt, als vast onderdeel van het (her)ontwikkelen van gebieden. Het is tijd om respect te geven aan “leuke-dingen-doen”. Alleen dan krijgen lokale organisaties de status en ruimte die ze nodig hebben om werkelijk een verschil te maken. Zonder de onnodige extra energie die het kost om de juiste startpositie te verwerven.
Deze blog is (in iets gewijzigde vorm) op 27 mei ook geplaatst op Ruimtevolk.
Donica Buisman, oprichter van State of Flux, is bezig met een drieluik over het programmeren van publieke ruimten: een boek, een toolkit en de praktijk –het Buikslotermeerplein in Amsterdam-Noord. In ‘Notes to Self’ vertelt ze ongeveer 1x in de twee weken over haar ervaringen en de kennis die ze opdoet. Maximaal 1 A4, 1 uur werk en 600 woorden. Just getting it out there. Het doel: delen en leren.
Volg Donica via Twitter, Facebook of geef je op voor de nieuwsbrief van State of Flux.
]]>