Door de hopen zand de bouwwerken niet meer zien: Nederland ligt tegenwoordig vol met braakliggende terreinen. Op deze bouwputten worden mensen geconfronteerd met de maakbaarheid van de stad. Grote billboards met impressies in vogelvlucht moeten tot de verbeelding spreken. Maar is visualisatie wel nodig of moet een bouwplaats aan de ‘imagination’ van mensen worden overgelaten?
In de buurt van Amsterdam Amstel wordt het gebied op de schop genomen. En niet zomaar, het wordt wel heel letterlijk genomen. Een rode schep staat in de zandhoop gestoken. Het voor ons bekende schepje (als duo met het emmertje) is alleen in een iets andere editie uitgevoerd: hij is uitvergroot tot XXL-formaat.
Het is meer dan alleen een schepje op zich. Het geeft de plekken aan voor zelfbouwkavels in Amsterdam. Niet iedereen die deze plaatsen passeert zal de achterliggende boodschap direct herkennen. Maar de schaalvergroting maakt nieuwsgierig.
[foto via www.iceb.nl]
Waarom is het cool? De status van een plaats wordt letterlijk uitvergroot door het schepje. Van nietszeggende zandhoop tot eye-catcher van de straat. De symboliek van het gebied op de schop nemen, wordt heel letterlijk genomen. De kracht van het object is de niet menselijke schaal, waardoor een ludieke magie over de schep komt te hangen. Het zorgt voor herkenning van het gebied zonder dat de identiteit van het braakliggende terrein direct wordt ingevuld. Amsterdam doet er goed aan er een schepje bovenop te doen door steeds meer braakliggende gebieden deze tweede laag mee te geven.
Column: Inge Roos (1992) n.a.v. het project ‘Coolhunt’ georganiseerd door Science of the Time in samenwerking met de Hogeschool van Rotterdam.