RAUM is een cultureel stadslab dat via exposities en events samen met bewoners en bezoekers het toekomstige stadsleven vorm geeft. Want RAUM gelooft dat de stad pas van iedereen is, als iedereen hier aan mee mag werken. Met programma’s en exposities betrekken we een diversiteit aan mensen bij stedelijke thema’s zoals ontmoeting, eigenaarschap en data. Dit doen we bijvoorbeeld met kunstinstallaties in de publieke ruimte, festivals, gesprekken en workshops.
Co-creatie
Co-creatie staat voorop, de stad maken we immers samen. In de afgelopen jaren hebben al een kleine 900 mensen meegedacht over ons programma en wat voor culturele plek hier moet komen. Met ons programma trekken we nu gemiddeld zo’n 20-25.000 mensen per jaar. Alle kennis die we opdoen, zoals tijdens onze meemaak-diners, gebruiken we om het programma verder te ontwikkelen, onze inrichting te verbeteren en kennis op te doen over het toekomstige stadsleven.
Het ontstaan
RAUM is ontstaan tijdens co-creatie sessie in 2016 die georganiseerd werden door State of Flux in opdracht van de gemeente Utrecht. Culturele organisaties, bewoners en ondernemers uit wijk en stad dachten mee over wat de culturele plek aan het Berlijnplein moest worden. Het werd RAUM, opgericht in maart 2017. Naast twee gebouwen (Makershuis en Paviljoen) en een grote buitenruimte heeft RAUM in 2018 en 2019 een diversiteit aan kunstinstallaties en activiteiten gerealiseerd.
Meer over RAUM vind je hier.
foto’s: RAUM
Ik moet eerlijk bekennen: des te meer ik me in het onderwerp verdiep, des te meer ik de neiging heb direct om te keren. Ik wil namelijk niet weten dat mensen straks misschien met een grote foto te zien zijn op straat als ze door rood lopen. Ik wil niet weten dat mijn zoekopdrachten op het internet allerlei kennis sturen naar bedrijven die mij vervolgens weer direct proberen over te halen van alles te kopen. Ik stak hierover echt letterlijk mijn kop in het zand (“hey die laarsjes wilde ik net hebben, dat is toevallig”) tot die keer dat ik Hema handdoeken wilde kopen en nog weken daarna bij elke actie op internet ineens Hema handdoeken door mijn scherm zag wandelen. Ik heb zelfs een keer tegen mijn laptop geschreeuwd : “ik heb ze ondertussen allang gekocht!”.
En toch: des te meer ik over data te weten kom, des te meer ik ook geïntrigeerd raak. Wauw, de kansen! Ik was bij de presentatie van Fábio Duarte van MIT – Massachusetts Institute of Technology in de Verenigde Staten (die man schijnt nogal belangrijk te zijn) waarin hij liet zien dat de juiste data ervoor kan zorgen dan er zo’n 50% minder taxi’s hoeven te rijden in New York. Wat!? Of kijk naar een project van RAUM vorig jaar, ‘Hallo Lantaarnpaal Utrecht’ waar je in gesprek kon gaan met het straatmeubilair via kunstmatige intelligentie. Stel je voor dat je straks een gesprek kan aanknopen met een lantaarnpaal over wat er allemaal verbeterd kan worden aan de straat:, “Nou een iets minder fel lampje zou fijn zijn?”.
Helemaal fascinerend vind ik de kaarten die je de stad op een nieuwe manier laten zien via data. Ken je die kaarten? Met allerlei lichtpuntjes in allerlei kleuren die bijvoorbeeld vertellen waar de meeste energieverbruik is in de stad. Dan zie je die onzichtbare stad: een stad die er ook is, maar die je met het blote oog gewoon niet kan waarnemen.
In discussies over data gaat het natuurlijk ook over de gevaren: privacy, public shaming, data als vervanger van menselijke intelligentie. Hier goed mee omgaan als stad is ontzettend belangrijk. Maar wat ik nu zo graag zou willen weten is waar bijvoorbeeld Michiel de Lange van de Universiteit Utrecht het ook over heeft: hoe we data kunnen inzetten om bewoners meer bij de stad te betrekken. Denk bijvoorbeeld aan een thema als eenzaamheid. Dat we weten waar de mensen zijn die eenzaam zijn (en die willen dat anderen dat ook weten) en een kopje koffie met hen kunnen drinken. Als dat zou kunnen, dan komen we echt tot nieuwe manieren om mensen een stem te geven in het vormgeven van de stad.
Donica Buisman, directeur RAUM
Deze column stond in de september editie van uitLEVEN! van de Utrechtse DUIC. De DUIC heeft een oplage van 55.000.
illustratie: Steffie Padmos voor Cirque du Data RAUM
]]>
De boom geeft mij in het dagelijkse stadsleven altijd hoop. Hoop op een ontspannen dag, op het horen van vogels, hoop op dat er snel weer eens een dag in het park komt waar ik met al mijn vrienden ga picknicken. Dat laatste doe ik helaas zelden. Teveel organisatiegedoe zo naast mijn toch al zeer organisatorische leventje. Maar dat park met die boom, of die boom langs de straat: wat een levensgeluk brengt mij die toch.
In Utrecht staan 160.000 bomen tegenover 350.000 inwoners. In Londen zijn er zelfs meer bomen dan mensen. Ik weet het, bomen kunnen ook troep opleveren, omvallen, allerhande schade veroorzaken of de zon in je huis versperren. Maar luister nou; hij is het dubbel en dwars waard. Bewezen verhoging van het levensgeluk, bewezen prijsstijging van je huis (alleen handig als je een koophuis hebt uiteraard) en nu dus een bewezen klimaatverbeteraar. Met steeds meer mensen die in steden wonen, is het dus ook van cruciaal belang dat er steeds meer bomen in de stad komen.
“However true it may be that we have estranged ourselves from Nature, it is nonetheless true that we feel we are in her and belong to her. We must find the way back to her again.”- Rudolf Steiner
Ik ben geen aanhanger van de vrije school, maar grondlegger en filosoof Rudolf Steiner(hoe Duits kan je naam zijn) had hier toch wel een punt. Sinds een vriendin mij vertelde over het idee achter de meer organische architectuur van veel vrijeschoolgebouwen, valt het me telkens op in de stad: al die strakke vormen, die recht toe recht aan gebouwen en straten die als een messcherpe richtingaanwijzers lijnen door de stad trekken. Maar die boom die alles doorsnijdt, die kleur geeft, die je hoofd doet tintelen omdat al die organische verbindingen in je koppie er lijken te mogen zijn. Die maakt het verschil.
Het leven is niet rechtlijnig en de boom is daar een continue reminder van. Een standvastige reus die vecht tegen de opwarming van de aarde én een reden om stil te staan en gewoon even te kijken. Dat is wat ik vaak tegen vrienden en collega’s zeg als de stress in hun stemt doorklinkt: kijk naar een boom, haal adem, en besef dat het leven mooi kan zijn. Dat gezegd hebbende wordt het hoog tijd dat in Leidsche Rijn Centrum, mijn werkplek, snel meer bomen komen. Oh, en stem voor 16 oktober op de rode beuk ‘Capitein ter Zee’ in Vianen bij de Europese Verkiezing Boom van het Jaar 2020. Dan dragen we in ieder geval zelf ook een steentje bij aan het behoud van onze bomen.
Donica Buisman, directeur RAUM
Deze column stond in de juli editie van uitLEVEN! van de Utrechtse DUIC. De DUIC heeft een oplage van 55.000.
foto: https://www.monumentaltrees.com/nl/fotos/55332/
]]>Ik kom al sinds mijn ‘early twenties’ in Utrecht toen ik bij een sjieke herenmodezaak in het centrum werkte. De kracht van de stad leerde ik pas echt kennen toen ik in 2014 de Culturele Zondag ‘De Stad De Toekomst’ organiseerde. “New ideas must use old buildings” is één van de beroemdste uitspraken van de grootmoeder van het nieuwe stadmaken van mijn generatie: publiciste en stadsactivisteJane Jacobs uit New York. Hierdoor aangespoord gingen we op zoek naar mooie locaties voor vernieuwing en kwamen op de prachtigste oude plekken.
De tuinen van ‘Pandhof Sint Marie’ en de kloostergang van ‘Pandhof Domkerk’ stalen mijn hart. Ze laten je stil staan bij wat was, en tegelijkertijd beseffen hoe de wereld continu verandert. De schokkende bewustwording van de oudheid kwam bij een rondleiding in DOMunder toen mij werd gevraagd een hand op een muurtje te leggen. Eigenwijs als ik ben, weigerde ik eerst natuurlijk want ‘nobody tells me what to do’, maar ik werd overtuigd en toen kwam de zin “je raakt nu een 2.000 jaar oude muur aan”. Wauw, dan voel je je wel even heel klein en onderdeel van een machtige stadsgeschiedenis.
De oudheid van de stad kan je, al zou je het misschien niet meteen denken, ook in Leidsche Rijn ervaren. De mooiste plek om dit te doen is ‘Castellum Hoge Woerd’ waar je je waant in een moderne oude wereld: het oude Rome en het nieuwe Leidsche Rijn worden hier op wonderbaarlijk natuurlijke wijze met elkaar verbonden. Een ommuurd binnenplein leid je niet alleen naar ‘Podium Hoge Woerd’ en ‘Steede Hoge Woerd’ of het heerlijke terras van het ‘Castellumcafé’, maar brengt je terug in de tijd van ontdekkingsreizigers die met Romeinse schepen de wereld verkenden. En dat alles vanuit Leidsche Rijn, waar velen het pionieren nog steeds in het bloed zit en vernieuwing dus telkens vlak om de hoek te vinden is.
“Nieuwbouwwijk Leidsche Rijn heeft eindelijk een hart, nu nog een ziel” kopte de Volkskrant afgelopen april in een recensie over winkelgebied Leidsche Rijn Centrum. Dat je die ziel nog niet kan vinden in een nieuw winkelcentrum van zes maanden oud lijkt mij logisch. Een ziel heeft geschiedenis nodig, moet uren hebben gemaakt, een identiteit gevormd. Het vraagt om het ontdekken van de mensen achter de gebouwen, de mensen die samen de identiteit en ziel van die plek langzaam maar zeker kweken. En dat kost tijd. Ik ben benieuwd hoe dit stadsdeel over 2.000 jaar voelt, of die continue vernieuwing zich dan met de rustgevende oudheid in de ziel van Leidsche Rijn gevestigd heeft. Jammer dat ik er niet bij zal zijn om het te kunnen meemaken.
Donica Buisman, Directeur RAUM
Deze column stond in de juni editie van uitLEVEN! van de Utrechtse DUIC. De DUIC heeft een oplage van 55.000.
foto: https://www.grotearcheologieprijs.nl/page/891/castellum-hoge-woerd
]]>Want dat is wat ik graag wil, betekenis geven aan het leven, mijn leven en dat van anderen. Daarvoor zet ik continu eerste stapjes in de wereld om me heen. Ik denk aan mijn eerste stapjes met RAUM op het Berlijnplein in Leidsche Rijn, waar ik de trotse directeur van ben, Ik zag de plek voor het eerst midden 2016: niets meer dan een zeven meter diepe kuil. Kan je het je voorstellen? Een plek vol met niets erin waar een culturele plek moest komen. In ons eerste jaar deden we een groot evenement in de heftigste winterstorm van 2017 waar ik tot mijn knieën in de sneeuw stond te bevriezen. In de auto terug naar huis knipte ik direct mijn doorweekte panty door om mijn voeten te warmen aan de heater in de auto. Of die keer eind 2018 dat het dak van ons mooie nieuwe paviljoen eraf waaide toen we net open waren.
Nu zijn het grappige anekdotes over het bouwen aan een nieuwe plek over ons toekomstige stadsleven. Die stad begint bij al die kleine mooie dingen die er in om ons heen gebeuren. Op al die mooie horecaplekken, in die prachtige culturele gebouwen, fantastische stadsparken, en onze dagelijkse straatlevens. Samen maken we elke keer weer nieuwe plekken, nieuwe indrukken en nieuwe babystapjes. Net als met dit prachtige nieuwe blad, waarin we samen het stadsleven van Utrecht vieren. Ik doe mee, jullie ook?
Donica Buisman, Directeur RAUM, Berlijnplein, Leidsche Rijn
Deze column stond in de eerste editie van uitLEVEN! van de Utrechtse DUIC. De DUIC heeft een oplage van 55.000.
[foto: RAUM]
]]>(foto: Aico Lind)
]]>Rinke Vreeke was projectassistent op De Stad de Toekomst en mede-ontwikkelaar en hoofd programma van RAUM.
]]>Building upon the momentum of the Placemaking Leadership Council and 2016’s Placemaking Week in Vancouver, this year the famous Project for Public Spaces from New York collaborates with partners in Amsterdam—Stipo, City at Eye Level, Placemaking Plus, and Pakhuis de Zwijger—to create a dynamic forum for attendees to develop and share concrete strategies to advance placemaking locally and globally.
During this week De Modestraat, a so-called “Broedplaats” or arts incubator at Buikslotermeerplein, and State of Flux collaborated to give a route and workshop about the Buikslotermeerplein case. It showed how independent creative placemakers can make a difference. It also showed how an informal setting of co-creation has a great impact on the understanding between different parties that leads to shared vision, immediate action, and fewer conflicts.
]]>“Met een grote ingreep in de openbare ruimte, een tijdelijke designbouwplaats en bijzondere en passende programmering wordt FORT NOORD een plek waar je als Amsterdammer en toerist geweest moet zijn om je te vergapen aan onverwachte, speelse kunst, waar je als reiziger of passant een ommetje voor maakt om die gewilde selgie te schieten. FORT NOORD wordt een brute eye-catcher, een iconisch ijkpunt, herkenbaar voor het gehele omringende gebied. Een plek waar de buurt en de omringende bedrijven trots op zijn en gebruik van zullen maken.”
Wonam wil onderzoeken of ‘Fort Noord’ past in de ambities van de andere ontwikkelaren en eigenaren in het gebied, aansluit bij de wensen van de community, kan rekenen op steun van de gemeente en haalbaar uitgevoerd kan worden.
Wonam heeft State of Flux gevraagd om deze opdracht te vervullen. State of Flux zet de opgehaalde kennis en netwerk van Grote Plein in om invulling te geven aan de opdracht m.b.t. Fort Noord.
foto: Man and Machine van Atelier van Lieshout. Eén van de inspiratiebronnen voor Fort Noord.
]]>