“Wat nodig is, zijn steden die mensen in staat stellen zich met hun omgeving te verbinden.” stellen wij in onze blog ‘Naar creatieve connecties’. Maar hoe beleg je dit eigenlijk in een gemeentelijke visie, was de vraag die wij kregen.
Hierbij onze tips:
1. (Creatieve) connecties komen wanneer je ruimte biedt.
Ga dit niet als gemeente direct stimuleren maar biedt ruimte voor burgers en ondernemers om zelf aan de slag te gaan. Denk aan het inzetten van tijdelijke (leegstaande) gebouwen, openbare ruimte en zorg voor iemand vanuit de (deel)gemeente waar men terecht kan met zijn vragen. Zorg ook dat een succesvol tijdelijk project mogelijk structureel kan worden.
2. De gemeente faciliteert én houdt de (overkoepelende) regie.
Zonder regie wordt een schip stuurloos. Je moet als gemeente zeker (meer) loslaten en voorwaarden scheppen, maar ook weten waar je als stad heen wilt. Alleen zo houd je burgers betrokken. Leg ook connecties tussen tijdelijke mogelijkheden en structurele plannen.
3. Ga uit van de kracht van jouw stad.
Waar is jouw stad goed in? Welk ‘verhaal’ kan jou op de kaart zetten. Het gaat uiteindelijk om het destilleren van de redenen waarom mensen zich aan jouw stad willen verbinden, de rest volgt.
4. Zet geen loze begrippen in om je stad te verkopen.
Ga samen met burgers, bewoners en ontwikkelaars op zoek naar de kern van de stad. “Discover who you are, know where you are going and live it every day.”
5. Betrokkenheid, leidt tot verantwoordelijkheid.
Houdt mensen betrokken en geef hen de macht om zelf aan de slag te gaan met hun omgeving. Hiervoor is het belangrijk in kleine, behapbare, (deel)gebieden te werken.
6. Werk in cocreatie.
Werk met kleine groepen, niet aan de hand van (grootschalige) participatietrajecten. Participatie is een leeg begrip, maak het concreet. Voor een optimaal resultaat: deel gebieden op in kleinere gebieden om het overzichtelijk te houden en de ware betrokkenen te kunnen betrekken. Zorg dat je een diverse en niet al te grote groep van cocreërders hebt.
7. Geef mensen de ruimte om te werken.
Maak flexibele bestemmingsplannen, waarin de randvoorwaarden voor een gebied liggen maar niet elk punt is vastgezet. Probeer daarin ruimte in te bouwen voor nieuwe ideeën.
8. Begeleid processen indien nodig.
Zorg voor vertegenwoordigers van de gemeente die met de voeten in de klei kunnen staan. Dit kunnen ook tijdelijke krachten zijn die een proces tot een bepaald punt begeleiden. Zij moeten de verbinding vormen tussen gemeente en ‘mensen die willen’.
9. Wonen, werken en recreëren vermengen steeds meer.
Dit geldt zeker voor binnenstedelijke gebieden maar ook in de gebieden vlak daar om heen. Houd hier rekening mee in je bestemmingsplannen en geef mensen de ruimte ermee te experimenteren.
10. Geen innovatie zonder experiment!
Weet welke trends er zijn en kijk hoe je hiermee kan experimenteren om te ontdekken wat voor jou werkt. Denk aan het inzetten van smart data, burgerinitiatieven, circulaire processen, nieuwe maakrevoluties zoals de 3D printer, etcetera. Let op: bij experimenteren hoort ook falen.
Succes. En aanvullingen zijn altijd welkom.
[foto: Culturele Zondagen DE STAD DE TOEKOMST Hanne Nijhuis]